de baret

Als algemene regel geldt dat de priester de baret opzet als hij zit, en enkel dan.

Wanneer hij rechtstaat of een referentie moet maken, zet hij de baret af.

De priester kan de baret dragen wanneer hij 'in processie' gaat. M.a.w. bij het binnengaan en buitengaan van de kerk voor en na de H. Mis of b.v. na de H. Begrafenismis wanneer hij voor het Absoute naar de katafalk gaat en er een zekere afstand is tussen altaar en katafalk.(Hij draagt geen baret tijdens het Absoute)

Wanneer de priester de baret opzet tijdens de preek, kan hij ook tussen altaar en preekstoel voor en na de preek, de baret opzetten.

In de H. Sacramentsprocessie draagt de geestelijkheid ook geen baret.

 

Bovenop de baret staan drie 'hoorns'. Wanneer je de baret aanreikt zorg je ervoor dat de priester gemakkelijk de middelste 'hoorn' kan nemen met zijn rechterhand.