palmzondag

Hieronder het boekje voor de liturgische diensten van de Goede Week.

 

De Goede Week 3 April 2024 Docx
Word – 1,7 MB 96 downloads

 

Ceremoniaris

Wierook/wijwaterdrager  

Acoliet 1   

Acoliet 2      

Kruisdrager (onbedekt kruis)

toortsendragers (optioneel)    

Het wijwater staat klaar op de credenstafel in de tuin, alsook de benodigdheden voor de handwassing.

De priester en de misdienaars gaan in processie rechtstreeks naar de tuin. 

Nadat C de baret aannam en men een kniebuiging maakte (,P een buiging), draait P zich met het aangezicht naar het volk. De acolieten zetten voor P het tafeltje met de palmtakken indien dit tafeltje nog opzij zou staan en afhankelijk van de ruimte. C staat naast P met het dunne missaal.

De acolieten staan links en rechts naast de credenstafel. De wierookdrager en eventuele ordediensten staan aan de zijkant (epistelzijde) tezamen met de kruisdrager.  Na het wijdingsgebed legt C het missaal op de altaarpupiter die op het altaar aan de epistelzijde staat. P besprenkelt de palmtakken met wijwater, legt wierook op en bewierookt de palmtakken. C legt hierna een palmtak in het midden op het altaar.

Het tafeltje wordt wat opzij gezet.

P reikt de palmtakken uit aan de gelovigen. De gelovigen kussen eerst de palmtak en dan de hand van de priester.

De acolieten of ordedienst geven de takken aan P aan, aan zijn linkerzijde. C houdt de koorkap open aan zijn rechterzijde.

 

Na de uitreiking komen de acolieten naar P voor een handwassing en keren terug naar hun plaats. (De handwassing kan gebeuren aan het altaar zoals ze dat tijdens de H. Mis doen.)

De ordediensten zetten eventueel de communiebank opzij zodat de gelovigen straks vlotter de processie kunnen volgen.

P gaat naar het midden van het altaar en kust het.

C doet teken aan de wierookdrager voor de wierookoplegging. P legt wierook op. C neemt de altaarpupiter met missaal.

Dan volgt de evangeliebeweging (door C,W en de acolieten) zoals in de H. Mis (met dus ook de bewieroking van het missaal door P bij aanvang van het evangelie).

Na het evangelie gaan allen in het midden staan om zich in positie te zetten voor de processie naar de kerk. P doet nog wierook in het wierookvat. C reikt hem zijn palmtak (die hij op het altaar legde) aan.

P komt naar de altaarvoet en zingt ‘ Procedamus in pace’. Op teken van C maakt P een buiging terwijl de misdienaars een kniebuiging maken.

C reikt de baret aan en de processie begint.

Processie : voorop gaat de wierookdrager, daarna de kruisdrager (met het onbedekte kruis) tussen de acolieten met hun kaarsen, gevolgd door C (die het dunne missaal meeneemt) en P. 

(Eventueel kan ondertussen een ordedienst vazen met pasgewijde palmtakken op het hoofdaltaar in de kapel gaan zetten.)

(camera op hoofdaltaar)

( Aan de kerkpoort gekomen : Bij het zingen van antifoon 8 ' Ingrediénte Domino' neemt P het kruis van de kruisdrager en klopt enkele keren met het kruis tegen de kerkpoort. P geeft het kruis terug aan de kruisdrager en men vervolgt de processie in de kerk. Deze zin zet ik tussen haakjes omdat dit minder gebruikelijk is in Antwerpen. Men gaat in elk geval pas de kerk in bij de aanvang van antifoon 8.)

In de kerk gekomen gaan de acolieten naar hun gebruikelijke plaatsen aan de credenstafel. 

De kruisdrager blijft op de rooster staan naar het altaar gericht, terwijl hij even een weinig opzij gaat om de anderen door te laten naar het altaar. 


P gaat op naar het altaar waar hij in het midden met het gelaat naar het volk een gebed zingt. C houdt dus het dunne missaal open voor P. Na dit gebed legt C het missaal en de palmtak van P weg.

Wanneer P de trappen afgaat en naar zijn stoel gaat om de kazuifel aan te doen, buigt de kruisdrager naar het altaar en gaat naar de zijkapel.
 P legt aan zijn stoel de rode koorkap af en bekleedt zich met de paarse kazuifel (, manipel en stola). 


De gebeden aan de altaarvoet vallen weg. Er is dus onmiddellijk wierookoplegging. Na het epistel (waarin er geknield wordt !) en het lezen van de ’tractus’ gaat P zitten.

Nu zijn er 2 mogelijkheden:

> De eerste mogelijkheid is dat de priester met 2 zangers het lijdensverhaal zingt in het hoogkoor. Dit wordt meestal gedaan.

Wanneer P zit , geeft C eventueel het dunne missaal (of andere boek) aan P zodat P de gezangen kan volgen. C zet het altaarmissaal aan de evangeliezijde dichtbij het corporale, legt dit al open op de offerzang en gaat dan bij P staan. Aan het einde van de ‘tractus’ staat P recht en doet de kazuifel en manipel uit. P doet een zwarte stool aan. De acolieten staan samen met P recht en halen de zangers. W gaat naar de sacristie, er is geen wierook bij het lijdensverhaal.(De zangers komen toch pas als de tractus voorbij is. Te vroeg rechtstaan heeft dus geen enkele zin.) P en C gaan in het midden klaar staan voor de evangeliebeweging bij het lijdensverhaal. P bidt het ‘Munda cor’ gebogen aan de altaarvoet.

De acolieten en de zangers komen bij  P en C staan. Allen stellen zich op zoals op de figuur hieronder, maken een kniebuiging en doen de beweging naar de evangeliezijde zoals hieronder naast de figuur beschreven.

*Tijdens het lijdensverhaal staat de zanger die de stem van het volk uitdrukt rechts van P. Links staat de zanger die de ‘verteller’ is. Er wordt geknield tijdens het lijdensverhaal. De duurtijd van deze kniebuiging is de tijd van een rustig gebeden ‘Onze Vader’. Men draait zich niet naar het altaar hiervoor maar knielt gewoon voor de pupiter. 

 

> De tweede mogelijkheid : De priester leest het evangelie in stilte terwijl de zangers het lijdensverhaal zingen op het hoogzaal. Wanneer P zit , zet C het missaal nog niet aan de evangeliezijde maar blijft bij P staan. Aan het einde van de ‘tractus’ of iets daarvoor staat P recht en keert terug naar het altaar. Hij bidt het ‘munda cor’ terwijl C het missaal aan de evangeliezijde zet. De acolieten blijven op hun plaats staan. W kan naar de sacristie gaan met het wierookvat. P leest in stilte het lijdensverhaal. C staat bij hem aan het missaal. Nadat P het lijdensverhaal gelezen heeft, gaat hij naar zijn stoel en C blijft bij hem zoals gebruikelijk. Wanneer de zangers komen aan de zin waar Jezus sterft gaat C een teken aan P om recht te staan en te knielen (aan zijn stoel). Alle misdienaars knielen uiteraard mee. (De tijd dat men knielt op beide knieën is de duurtijd van een rustig gebeden ‘onze vader’). Hierna gaat P terug zitten. Wanneer het lijdensverhaal gezongen is, staat hij recht en vervolgt hij de H.Mis.

‘Credo’ en de H.Mis gaat verder zoals een gewone zondagsmis.  
Prefatie van het H.Kruis.

Geen laatste evangelie,( C knielt tijdens de zegen aan zijn plaats aan de altaarvoet/epistelkant en gaat niet naar de evangeliezijde.)

Geen gebed voor de koning. Na de zegen daalt P de trappen af en zetten de misdienaars zich klaar in het midden.

Allen maken direct een kniebuiging en keren via de grote weg naar de sacristie terug.

filmfragment, klik hier