Wanneer enkel het H. Sacrament bewierookt wordt, wordt het wierook niet gezegend bij de wierookoplegging.

1) Klik hier voor de beschrijving op film met 1 misdienaar.

De misdienaar zal -wanneer hij de enige misdienaars is- tijdens het H. Lof zorgen voor het wierook, het bellen en het velum op de momenten zoals hierna in punt 2) besproken is. Hij neemt de taken van C en W over. (Het tabernakelkleed moet in het H. Lof zonder voorafgaande H. Mis niet omgedraaid worden.)

Wanneer er meerdere misdienaars zijn, zitten de acolieten aan de linker- en rechterzijde van het altaar en plaatsen ze hun brandende kaars op de bovenste trede.

P, W en C zitten dan aan de altaarvoet. Alle misdienaars zitten geknield op de grond. P zit op de eerste trede.

2) Wanneer het H. Lof direct na de H. Mis plaats heeft, gaan P en C naar de priesterstoel om de kazuifel, stool en manipel uit te doen. W komt bij erbij staan.

P, C en W gaan naar de altaarvoet, maken een kniebuiging en gaan de trappen op. P neemt de kelk van het altaar en zet dit op de credenstafel aan de evangeliezijde.

W neemt de missaal(staander) en het rechtercanonbord van het altaar, terwijl C de andere canonborden van het altaar neemt. Ze leggen dit alles achter het altaar.

P zet de monstrans op het altaar en wacht in het midden aan de altaarvoet terwijl C een grote (meerarmige) kandelaar op het altaar zet aan de evangeliezijde en W een grote (meerarmige) kandelaar zet aan de epistelzijde. C draait het tabernakelkleed om indien nodig. W steekt de kaarsen van de kandelaars aan terwijl P en C terugkeren naar de priesterstoel. Andere kaarsen in het hoogkoor die branden , bv de paaskaars of kaarsen aan heiligenbeelden, worden gedoofd door C. Ook de relikwieën ,als die op het altaar staan, worden afgedekt.

C reikt P de stool en koorkap aan. W neemt wierookvat en scheepje. Allen gaan op 1 lijn aan de altaarvoet staan om een kniebuiging te maken. De acolieten namen hun kaarsen mee.

Nadat ze een kniebuiging maakten, gaat P de trappen op. De acolieten gaan naar de linker- en rechterzijde van het altaar en plaatsen hun kandelaar op de hoogste trede. (zie helemaal bovenaan in deze beschrijving naar de eerste tekening)

P opent het tabernakel, alle misdienaars gaan geknield zitten op de grond, op teken van C.

P, C en W staan recht voor de wierookopleggingen. P, C en W knielen opnieuw.C reikt P het wierookvat aan om het Allerheiligste te bewieroken. Voor en na de bewieroking maken P,C en W een diepe buiging.Tijdens de bewieroking houden C en W de koorkap open op ooghoogte.

'TANTUM ERGO' : Allen buigen diep bij de woorden 'Veneremur cernui'. 

Bij de woorden 'Præstet fides' buigen P,C en W diep en staan ze recht. Er is opnieuw wierookoplegging en bewieroking van het Allerheiligste.

C belt bij de kniebuigingen van P voor en na de zegen. Het is C die het schoudervelum aanreikt en nadien weg legt. W bewierookt het Allerheiligste tijdens de zegen.

Nadat bij op het einde van het H. Lof het Allerheiligste in het tabernakel heeft gezet en het tabernakel sloot, staan alle misdienaars op, op teken van C.

Wanneer P naar de altaarvoet komt, komen ook de acolieten met hun kaars naar de altaarvoet zodat allen op 1 lijn aan de altaarvoet staan.

W opent de communiebank.

C kan het tabernakelkleed terug omdraaien. Na het slotlied (indien er nog een orgelstuk volgt, anders tijdens het slotlied) geeft C teken voor de laatste kniebuiging.

C geeft P de bonnet aan en allen keren naar de sacristie terug.

 

3) De acolieten zetten alles klaar voor het H. Lof na de H. Mis wanneer P de kinderzegen geeft tussen de H. Mis en H. Lof . klik hier voor de film.

(In de H. Mis , wanneer het tabernakel gesloten werd na de H. Communie, doet de wierookdrager de communiebank NIET open, maar doet hij wel het witte kleed eraf)

Na het gebed voor de koning, maken P en C een kniebuiging en gaan ze naar de priesterstoel voor witte stola en koorkap. P,C en W (met wijwater) maken dan een kniebuiging aan de altaarvoet en gaan naar de communiebank (aan dubbele trede) voor de gebeden van de kinderzegen.

C staat rechts van P en houdt de koorkap vast. W staat links van P met het wijwatervat en kwispel.

Ondertussen zetten de acolieten alles klaar voor het H. Lof.

A1 doet alles in het midden en de evangeliezijde van het altaar. A2 doet het nodige aan de epistelzijde en steekt ook de kaarsen aan van de 2 meerarmige kandelaars links en rechts op het altaar.

A1 zet de kelk (met handschoenen aan) op de credens aan de evangeliezijde. Daarna worden de canonborden en missaal achter het altaar weggezet door de acolieten. De monstrans (met verhoog), de beurs (met corporale) en meerarmige kandelaars worden op het altaar geplaatst.A2 steekt de kaarsen aan. Eventueel kan A1 het corporale onder de monstrans al openleggen maar we laten dit beter straks door de priester zelf doen. A1 draait wel het tabernakelkleed om, indien nodig.

Ze gaan nadien terug op hun plaats staan aan de credenstafel.

Wanneer de kinderen met wijwater besprenkeld werden, komen P, C en W terug naar de altaarvoet.

W doet onmiddellijk het wijwater weg en neemt wierookvat met scheepje. Zoals gebruikelijk gaan W en de acolieten naar de altaarvoet bij P en C. Allen knielen op 1 lijn, waarna P de trappen opgaat.

De acolieten gaan links en rechts op de bovenste trede hun kaars zetten en alle misdienaars gaan geknield zitten op teken van C.

Het verdere verloop van het H. Lof staat hoger beschreven. Hieronder vindt u de teksten van de kinderzegen.

Wanneer er na de H. Mis geen H. Lof is maar wel de kinderzegen, blijven de acolieten en de wierookdrager tijdens het laatste evangelie aan de credenstafel. Na het 'gebed voor de koning', gaat P met C naar de priesterstoel om de kazuifel en manipel uit te doen. W komt met het wijwatervat naar de priesterstoel. P, C en W maken aan de altaarvoet een kniebuiging en gaan naar de communiebank voor de kinderzegen. Na de kinderzegen gaan P, C en W terug een kniebuiging maken aan de altaarvoet. P gaat met C terug naar de priesterstoel om de kazuifel en manipel aan te doen. W zet het wijwatervat weg op de credenstafel en gaat de communiebank open doen. Allen komen naar de altaarvoet voor het slotlied. Na een kniebuiging gemaakt te hebben op teken van C, gaan allen via de grote weg naar de sacristie.