namiddagdienst

Op de credens ligt klaar : altaarlessenaar, altaardwaal, kruishouder met doekje, beurs, purificatiepotje met doekje, communiedwaal en communieschaaltje. 

Ter herinnering :

Aan het rustaltaar bij het Allerheiligste ligt een schoudervelum klaar.

Indien er geen extra ordedienst is, wordt eventueel aan een gelovige een papiertje gegeven met de momenten op waarop de communiebank gesloten en geopend moet worden. ( 1) Wanneer P de schoenen uitdoet om het kruis te vereren - toe, 2) Voor binnenkomst met het Allerheiligste - open, 3) Direct na binnenkomst met het Allerheiligste - toe, 4) Nadat het tabernakel gesloten werd na de H. Communie - open.)

Wanneer de acolieten allen op 1 lijn aan de altaarvoet staan, staan A3 en A4 telkens uiterst rechts en links.

A1 en en A2 dragen tijdens deze dienst kaarsen bij deel 3 en 4, A3 en A4 nooit.

Wanneer A1 en A2 iets op het altaar moeten plaatsen, komen ze naar het midden van de altaarvoet, maken een referentie en gaan de trappen op. Nadien dalen ze de trappen af langs de zijkant.

P en acolieten buigen ipv knielen zolang er geen kruis is. Dus pas wanneer het kruis ontbloot is, wordt er telkens terug geknield.

Alle liturgische kussen vallen weg.

 

Deel 1 : de lezingen met het lijdensverhaal

INTREDE

Via de grote weg. Bij vertrek in de sacristie wordt er NIET gebogen naar het kruis.

Aan het altaar gekomen maken allen een diepe buiging op teken van C.

C geeft dan teken om te knielen. De acolieten knielen diepgebogen op één lijn aan de altaarvoet.

P legt zich uitgestrekt op het kussen op de grond.

C knielt rechts van P en heeft een dun altaarmissaal vast

C geeft teken aan P om op te staan (na 1 langzaam gebeden Onze Vader).De acolieten blijven geknield maar niet meer gebogen.

P staat op en leest ter plaatse uit missaal dat C (geknield) voor hem openhoudt

Na het gebed gaat P naar zijn stoel met C die de pupiter voor de priesterstoel plaatst en het dunne missaal open op de pupiter legt

A1 neemt het kussen weg.

A1 en A2 gaan dan naar de credenstafel

A3 en A4 gaan naar de zijkapel

 

LEZINGEN

Tijdens de lezingen en gezangen zitten de acolieten.

Tijdens de gezangen gaat P zitten en geeft C hem de baret aan. C staat en draait de bladzijden om.

Gewoonlijk zingt de broeder ook een lezing. Hij heeft hiervoor geen pupiter nodig.

Bij de gebeden staat iedereen recht en bij Flectamus genua knielt iedereen

Na de zang na de tweede lezing (Verumtamen...) neemt C de pupiter bij P weg en plaatst het dunne missaal open op de altaarlessenaar op de credenstafel.

P, C, A1 en A2 komen naar de altaarvoet. Ze maken samen een buiging waarna A1 en A2 de zangers gaan halen voor het lijdensverhaal.

C legt de baret op de credenstafel.

P bidt alvast gebogen aan de altaarvoet, voor de zangers toekomen.

 

LIJDENSVERHAAL

Allen buigen diep en gaan naar de evangeliezijde voor het lijdensverhaal

Men draait een kwartcirkel waarbij A2 de as is.

Tijdens het lijdensverhaal, bij het overlijden van Jezus, geeft C teken om een kniebuiging te maken.(duurtijd 'Onze Vader') en staat men op zijn teken terug recht.

Na het lijdensverhaal draait men terug een kwartcirkel naar de altaarvoet.

Allen buigen.

P en C gaan naar de priesterstoel.

A1 en A2 brengen de zangers weg.

 

Deel 2: De plechtige gebeden

P doet aan de priesterstoel de zwarte koorkap aan.

Na het wegbrengen van de zangers plaatsen A1 en A2 onmiddellijk een altaardwaal over het altaar.

A2 wacht aan het altaar wanneer A1 de altaarlessenaar met dunne missaal gaat halen en deze voor het tabernakel plaatst.A1 gaat -na mee de dwaal uitgerold te hebben- langs de epistelzijde de trappen af om de altaarlessenaar op de credens te nemen en gaat langs dezelfde korte weg de lessenaar op het altaar plaatsen.

A1 en A2 dalen langs de zijkanten de trappen af, buigen diep in het midden en keren naar hun plaats aan de credenstafel terug.

P en C gaan naar het altaar. C blijft bij P (aan zijn rechterzijde) boven aan het altaar en knielt met hem bij ‘flectamus genua’.

(De acolieten staan ook recht tijdens de gebeden en doen ook de kniebuigingen mee.)

C houdt tijdens de gebeden de koorkap vast.

Tijdens deze gebeden gaat A3 en/of A4 alvast de kaarsen aansteken bij het Allerheiligste op het rustaltaar.

Na de gebeden gaan P en C de koorkap uitdoen aan de stoel.

(C heeft straks direct het altaarmissaal nodig. Hij kan dit nu meenemen of op de credens of altaartrappen leggen.

Echter, wanneer de tekst ‘Ecce lignum crucis’ op de achterkant van het kruis wordt bevestigd, kan C het missaal laten liggen en is er in het derde deel geen altaarmissaal nodig)

Intussen plaatsen A1 en A2 de kruishouder met (reiniging)doekje voor het tabernakel terwijl ze de altaarlessenaar een beetje naar links opschuiven.

Allen (ook A3 en A4) komen naar het midden en buigen. Via de kleine weg gaan allen terug naar sacristie.

(Aangezien P de baret straks nodig heeft wanneer hij gaat zitten bij de kruisverering door het volk, gaat hij nu naar de sacristie zonder baret zodat de baret ter plaatse blijft) 

filmfragment, klik hier

 

Deel 3: Ontbloting van het kruis.

Binnenkomst via de grote weg

P draagt kruis

A1 en A2 dragen een kaars, A3 de ratel.

Achteraan in de kapel ratelt A3 1X

Aan de priesterstoel gaan A4 en A3 opzij (1 links, 1 rechts) om A1 en A2 en P door te laten. A3 legt de ratel op de credenstafel.

C neemt het dunne missaal en gaat tussen A3 en A4 staan voor en met gezicht naar P.

Ontbloting van het Kruis

P zingt 3 X ‘Ecce lignum crucis’ en ontbloot telkens een deel van het kruis. Men antwoordt telkens ‘Venite adoremus....’ en na dit antwoord knielen pas C, A3 en A4 op 2 knieën. Na een duurtijd van het bidden van een 'onze Vader', geeft C teken om recht te staan.

1e maal altaarvoet epistelzijde, 2e maal boven aan epistelzijde (P staat op 2de trede), 3e maal midden altaar.

Wanneer het kruis ontbloot is, zetten A1 en A2 de kaarsen neer links en rechts op de hoogste trede.

A3 en A4 nemen het kruis over van P en knielen op 1 knie tussen de kaarsen voor het tabernakel gericht naar het volk. A4 heeft het doekje vast om het kruisbeeld te reinigen.

C legt het missaal op de altaarlessenaar

Kruisverering

P en C en A1 en A2 maken op 1 lijn een kniebuiging aan de altaarvoet.

P en C gaan hun schoenen uitdoen aan de priesterstoel, A1 en A2 doen dit aan de credenstafel.

Ondertussen sluit iemand (extra misdienaar of ordedienst) de communiebank.

P wacht om te vertrekken tot C/A1/A2 hun schoenen uit zijn.

P, Broeder, zanger van het lijdensverhaal in superplie, C (allen achter elkaar) en A1/A2 (naast elkaar) gaan kruis vereren. Vanaf de communiebank maken ze 3 kniebuigingen: 1 aan de communiebank, 1 halverwege, 1 aan de altaarvoet voor het kruis. Men knielt gelijktijdig.

Daarna doen allen hun schoenen aan.

C geeft de baret aan P.

P gaat zitten maar maakt met C een kniebuiging aan zijn priesterstoel wanneer de acolieten met het kruis naar de communiebank gaan.

A1 en A2 nemen het kruis over van A3 en A4. A3 en A4 gaan dan hun schoenen uitdoen aan de credenstafel.

A3 en A4 gaan naast elkaar het kruis vereren: 3 kniebuigingen zoals de anderen deden.

A3 en A4 doen hun schoenen terug aan. 

A3 en A4 nemen terug het kruis over (A4 heeft doekje). A1 en A2 nemen hun kaarsen.

De 4 acolieten gaan naar de communiebank met het kruis voor de kruisverering door het volk.

A1 en A2 gaan voorop met de kaarsen. Aan de communiebank houden A3 en A4 het kruis in het midden op/over de communiebank tussen A1 en A2.

Na de kruisverering keren de 4 acolieten terug naar het altaar.

P en C bleven aan de priesterstoel, maar P staat recht wanneer de acolieten terugkomen van de communiebank. Ze maken opnieuw een kniebuiging aan de priesterstoel wanneer de acolieten met het kruis voorbij komen.

A3 en A4 zetten het kruis in de kruishouder op het altaar.

A1 en A2 zetten hun kaarsen links en rechts van het kruis op het verhoogde deel van het altaar naast het tabernakel.

P geeft de baret aan C en doet de paarse kazuifel aan.

A1 en A2 leggen ook nog de beurs op het altaar en het purificatiepotje met purificatiedoekje. A3 neemt de ratel die op de credens ligt terug mee.

P en C  gaan dan samen naar het altaar terwijl alle acolieten op 1 lijn aan de altaarvoet staan.

P legt het corporale open, terwijl C het kruis naar links verplaatst (zodat het tabernakel open kan) en legt het altaarmissaal op de juiste pagina voor de H Communie.

P en C gaan naar de altaarvoet, allen maken een kniebuiging en gaan via de kleine weg naar sacristie.

Iemand (extra misdienaar of ordedienst) doet de communiebank open zodra P en de misdienaars het hoogkoor verlaten hebben.

filmfragment, klik hier

 

Deel 4: H. Communie

P, C en de 4 acolieten gaan naar boven om het H Sacrament te halen in de rustplaats. (Ze knielen voor het H Sacrament)

A3 nam de ratel mee. A1 en A2 kunnen een kandelaar met brandende kaars meenemen vanuit de sacristie, maar het is beter dat deze kaarsen klaar staan bij het rustaltaar.

A4 neemt de umbrellino maar het is mogelijk dat hij die pas kan openen achteraan in de kerk wegens plaatsgebrek.

C  legt het schoudervelum op de schouders van P. P neemt het H Sacrament.

C neemt de godslamp mee.

A3 gaat voorop met de ratel , en ratelt (om de 6 stappen ongeveer) bij het door de kerk gaan, dan C dan A1 en A2 met hun kaarsen dan P met het H Sacrament en tenslotte A4 die de umbrellino boven P en het H Sacrament houdt.

Via de kleine kapel en de veranda neemt men de grote weg

A4 opent de umbrellino pas achteraan in de kerk

C plaatst de godslamp naast het tabernakel aan de epistelzijde. P gaat ook de trappen op naar het altaar.

Aan het altaar neemt C het schoudervelum aan van P en legt dit onmiddellijk op de credenstafel. 

A1 en A2 zetten de kaarsen direct links en rechts naast de andere kaarsen op het altaar.

A4 zet de umbrellino weg aan de evangeliezijde.

Iemand (extra misdienaar of ordedienst) sluit de communiebank.

De 4 acolieten knielen op beide knieën aan de altaarvoet in gradu.

C nam het schoudervelum aan en  tracht dit velum snel weg te leggen op de credenstafel. Indien het ‘Pater noster’ (dat door allen tezamen gebeden wordt) nog niet begonnen is, gaat hij links van P staan, anders blijft hij aan de altaarvoet.

Indien hij naast P staat, gaat hij na het 'amen' van het 'libera nos' knielen in gradu (aan de evangeliezijde of aan de altaarvoet).

Bij ‘Domine non sum dignus’ ratelt A3 op dezelfde wijze zoals men belt in de H. Mis.

C begint met het confiteor zodra P de H. Hostie nuttigt.

Na het ‘Indulgentiam’ geeft C teken aan de misdienaars om recht te staan en legt A3 de ratel weg. A3 neemt de communiedwaal en het communieschaaltje op de credens.

Communiebeweging zoals in de H Mis.

A3 en A4 gaan daarna voorop naar de communiebank met de communiedwaal.

P en C (met communieschaaltje) volgen.

A1 en A2 gaan knielen aan de altaarvoet.

Na de H. Communie

Op dezelfde wijze terugkeren naar de altaarvoet.

P gaat naar boven.

A1 en A2 plaatsen hun kaarsen op het altaar naast de andere die na de kruisverering geplaatst werden.

A3  legt de communiedwaal op de credenstafel.

Allen gaan dan knielen aan de altaarvoet tot het tabernakel gesloten is zoals voor de H. Communie.

Zodra het tabernakel gesloten is, staan allen recht. 

Iemand (extra misdienaar of ordedienst) opent de communiebank nadat het tabernakel gesloten werd.

C gaat links naast P staan aan het missaal voor de gebeden na de H. Communie. Hij doet de beurs open zodat P het corporale er in kan steken.

Dan gaan C en P naar beneden naar de altaarvoet. C neemt baret van de credenstafel.

Allen maken een kniebuiging en gaan via de grote weg naar sacristie

C geeft baret aan P.

filmfragment, klik hier

In de sacristie buigt men naar het kruis en de priester, er is geen zegen.

Daarna wordt het H Sacrament in stilte terug naar het rustaltaar gedragen. 

Wat de overbrenging van het H. Sacrament betreft : P, C, en de 4 acolieten gaan naar het altaar. A3 ratelt 1x alvorens men naar het altaar gaat. Men maakt een kniebuiging op 1 lijn aan de altaarvoet.

C neemt het schoudervelum en A4 de umbrellino. C en de acolieten knielen. Wanneer P het H. Sacrament op de corporale plaatste en knielt, staan allen recht.

A1 en A2 nemen een kandelaar van het altaar. C hangt het schoudervelum over de schouders van P en neemt de godslamp op het altaar. P neemt het Allerheiligste en men gaat rechtstreeks (zonder nog eerst een kniebuiging te maken) naar het rustaltaar. A3 gaat voorop en ratelt af en toe, gevolgd door C, acolieten 1 en 2 (met ieder een altaarkaars) en P.

A4 gaat achter P en houdt de geopende umbrellino boven het H. Sacrament.

filmfragment, klik hier