De priester en de misdienaar komen naar het altaar. Ze maken een kniebuiging. P bestijgt de trappen, de misdienaar neemt het communieschaaltje.

De misdienaar knielt op zijn plaats aan de altaarvoet en begint onmiddellijk (diep gebogen) het 'Confiteor' te bidden.

Zoals gebruikelijk volgen het 'Misereatur', 'Indulgentiam' en het 'Domine, non sum dignus'.

Hierna wordt de H. Communie uitgereikt.

Na de H. Communie antwoordt de misdienaar op de onderstaande gebeden.

Na de zegen staat de misdienaar recht. P daalt de trappen af en na een kniebuiging gemaakt te hebben, gaan ze naar de sakristie.